Tilburg heet Kruikenstad tijdens carnaval. In 1956 vond de oprichting plaats van het Comité Stadscarnaval Tilburg. Later in 1978 veranderde dit in de naam Carnavalsstichting Tilburg.
In de 19e eeuw groeide Tilburg uit tot industriestad, waarin de textielnijverheid centraal bleef staan. In de 20e eeuw kende Tilburg een groei van 41.000 tot 193.000 inwoners. De clerus had lang de macht in Tilburg, waardoor de opkomst van carnaval tegengehouden werd en het relatief lang duurde voordat carnaval in Tilburg in opkomst kwam.
Op het moment dat de stichting in het leven werd geroepen, bleef de verwijzing naar de textielindustrie bestaan. De leden die zich gingen inzetten voor de carnavalsstichting hadden namen als ‘Duvelers’ en ‘Schrobbelers.’ Duvelers mengden verschillende soorten wol en Schrobbelers kaarden de gemengde wol tot grove draden.
Momenteel zijn er meer dan 170 carnavalsverenigingen aangesloten bij het Tilburgse carnaval. Er kan dus gesproken worden van een flinke inhaalslag wat betreft het verleden. Hier zitten orkesten, bouwgroepen en andere verengingen bij. Inwoners van Tilburg heten tijdens carnaval ‘Kruikezeikers.’
De naam Kruikezeikers verwijst naar het Tilburgse verleden als textielstad. Vroeger moesten arbeiders hun urine opvangen in een kruik. Plat gezegd: ‘In een kruik zeiken.’ Al in de jaren 50 werden Tilburgers met deze naam aangeduid. De oprichters van de carnavalsstichting hebben deze naam verheven tot een eretitel. Het bijbehorende figuur is uitgegroeid tot symbool van de viering. Sinds 1968 wordt hij jaarlijks met carnaval op een sokkel geplaatst. In 1986 werd er een bronzen Kruikezeiker van 70 centimeter hoog geplaatst. Het ‘menneke’ heeft daarmee ook een permanente plaats in de binnenstad gekregen.
Tijdens carnaval is er in Kruikenstad een omvangrijk draaiboek met allerlei originele en lokale bedenksels.
Een greep uit de verschillende activiteiten zijn: het Veurleutere, het Blerconcours, het Waogeslouwe, het Leuterconcours, het prinsenbal, twee Kruiken concerten, een kroegen dweiltocht en het Proefblaoze. Traditiegetrouw wordt er op de elfde van de elfde bekendgemaakt welke hoogheid voorgaat in het ‘bombezjoere’ en op dinsdagavond is het gedaan als op ‘Et Sebiet’ de Kruikezeiker van zijn sokkel wordt gehaald. Tijdens deze symbolische afsluiting zingen de carnavalisten met schorre stem: ‘Sebiet dan is ’t meerrege.’
Op zaterdag voor carnaval brengen de verschillende kapellen bij het station iedereen tijdens een opwermuurke in de stemming. Als de prins vervolgens om 14:11 uur arriveert, komt hij in een warm bad terecht. Vervolgens gaat het gezelschap naar het stadhuis voor de sleuteloverdracht. In Kruikenstad heet dit fenomeen ‘Haande Schudde.’
Op zondag trekt de grote ‘d’n Opstoet.’ Op de carnavalsmaandag om 12:45 uur vindt de Kruikeviering plaats (een kerkdienst). Hierna start er een kapellenfestival en vanaf 20:15 uur kunnen mensen meedoen aan ‘Kruikenstad in Koor.’ De kinderstoet vindt plaats op dinsdag. Tijdens het slotritueel op dinsdag wordt het motto voor het volgende jaar bekend gemaakt en geeft de prins de sleutel terug aan het stadsbestuur.
De activiteiten hierboven benoemd, zijn het programma van de stichting. Naast dit programma zijn er nog tal van activiteiten in Kruikenstad.
Tilburg kent één stadsprins die maximaal vier jaar herkozen kan worden. De prinsen worden daarna opgenomen in de eregalerij van oud-prinsen. De prinsverkiezingen of herbenoeming is altijd op de elfde van de elfde.
De ‘Tilburgse Taol’ is ook iets bijzonders en voor buitenstaanders nauwelijks te volgen zonder het Kruikenstads Woordenbuukske. Tot de carnavalswoordenschat van Tilburg hoort ook de ‘Dokmardeur.’ Dit zijn donateurs die de stichting jaarlijks steunen.
Kruikenstad telt enorm veel verenigingen. Er zijn er al meer dan 125 die zich zelf carnavalsvereniging noemen. Hun representanten worden Oppers genoemd. Tot de gemeente Tilburg behoren ook de kernen Udenhout (d’n Haozenpot) en Berkel-Enschot (Knollevretersgat).
Stichting Karnaval Udenhout bestaat sinds 1970. Stichting Openbaar Karnaval Berkel-Enschot bestaat sinds 1976.
De optocht van Udenhout vindt plaats op zondag. Verder is de verbranding van Kupke d’n Steloor op dinsdagavond bijzonder. In Berkel-Enschot vindt de optocht op zaterdag plaats. De plaatsen hebben ieder hun eigen carnavalsprins.